Scrum

Het Scrum dialect: termen en betekenis

Mensen betrokken bij Scrum ontwikkelingen beginnen al snel in hun eigen dialect te praten. Scrum kent nogal wat eigen termen en hieronder zetten we daarom de belangrijkste op een rij:

  • Agile – iteratief software ontwikkelen (of in context van projectmanagement; in kleine iteratief resultaat leveren)
  • Backlog Refinement – in detail naar de items op de baaklog kijken om duidelijkheid te krijgen over planning etc
  • Corporate backlog – geprioriteerde lijst van items die het bedrijf wil realiseren
  • Cross-functional team – functieoverschrijdende samenwerking, tussen allen benodigd voor realisatie van doel
  • Daily Scrum – dagelijkse standup waarin wordt behandeld: wat heb je gedaan, wat ga je doen en waar heb je hulp bij nodig.
  • Definition of Done – vaststelling waar het resultaat van een sprint aan moet voldoen
  • Development Team – team wat de sprints uitvoert, bestaande uit 3-9 ontwikkelaars, analisten, testers en wat nodig is.
  • Epic – user story met een grotere omvang/scope
  • Happiness metric – indicatie van de sfeer in het team en opties voor verbetering. Meer koffie brengen dus.
  • (Shippable) Increment – bruikbare onderdelen van de DoD die aan het einde van de sprint opgeleverd kunnen worden
  • Pair programming – geleend vanuit eXtreme programming (XP) waar twee developers samen achter 1 pc programmeren
  • Planning poker – sessie waarin met een serious game setting de planning van backlog items wordt opgesteld voor een sprint
  • Portfolio backlog – high level backlog op portfolio niveau
  • Product backlog management – zorg dragen voor heldere product backlog, wat voor iedereen begrijpelijk en inzichtelijk is
  • Product Owner – verantwoordelijk voor het bijhouden van de product backlog en draagt zorg voor de waarde creatie voor de klant
  • Project Start Architecture document – raamwerk waarin nieuwe software moet passen om aan te sluiten bij de omgeving
  • Release burn-down chart – grafiek waaruit blijkt wat nog gedaan moet worden
  • Release burn-up chart – grafiek waaruit blijkt wat al gedaan is
  • Requirements – eisen en wensen van de klant
  • Roadmap – presentatie met algemeen plan
  • Scrum – framework waardoor mensen coole software leveren en deze termen gaan babbelen
  • Scrum Master – verantwoordelijk voor het scrumproces en als er tijd over is, doet hij of zij mee met het team
  • Servant leader – dienende leider die het individu in het team voorop stelt
  • Sprint – timebox van een 2-4 weken waarin een werkende iteratie wordt opgeleverd die voldoet aan de DoD
  • Sprint Backlog – uit te voeren items binnen een sprint. Een item wat niet opgeleverd wordt, schuift door naar een volgende sprint, of vervalt (nieuw inzicht).
  • Sprint burn-down chart – dagelijkse voortgang van een sprint
  • Sprint planning meeting – inplannen van sprint backlog items voor een specifieke sprint
  • Sprint Retrospective – afsluiting van een sprint waarin men terugkijkt op de sprint en leerpunten mee neemt naar de volgende print
  • Sprint Review – evaluatie van sprint increment met als doel het vaststellen van behaalde backlog items en eventuele items die doorschuiven
  • Team – 5 tot 9 multidisciplinaire zelfsturende leden zelf in staat een increment binnen de sprint af te ronden
  • Team Velocity – de hoeveelheid werk die een team in een sprint kan verwerken
  • Test Driven Development – het opstellen van een test die faalt waarop er software wordt gemaakt die de test wel slaagt
  • Timebox – tijdsafspraak waarin activiteiten plaatsvinden. Scrum duurt 15 minuten bijvoorbeeld.
  • User Stories – omschrijving van het wat en waarom achter items op de backlog. Het hoe wordt ingevuld door het team en staat niet in de user story.
  • Value Management – voortgang meten aan de hand van toegevoegde waarde van opgeleverde software
  • Velocity – de hoeveelheid werk die een team heeft laten zien te kunnen verwerken in 1 sprint

Certificering & opleiding

Binnen de Scrum (Agile) werkwijze worden verschillende rollen onderscheiden. Voor elk van deze rollen is certificering door middel van een assessment mogelijk. Zo zijn de volgende certificeringen te behalen:

  • Professional Scrum Master (PSM, deze is er in een niveau I (intermediate) en een niveau II (advanced))
  • Professional Scrum Developer (PSD)
  • Professional Scrum Product Owner (PSPO, deze is er in een niveau I (intermediate) en een niveau II (advanced))

Links naar door ons geselecteerde opleidingen en trainingen:

Scrum Certificeren

Eén reactie op “Scrum”

Reacties zijn gesloten.